Doel 2
Doel 2: We zijn een aantrekkelijk en goed werkgever
Effectenindicator 2.1 : We zijn maatschappelijk betrokken en streven naar een divers personeelsbestand | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Prestatie-indicator | Nulmeting | Streefwaarde 2018 | Streefwaarde 2019 | Streefwaarde 2020 | Streefwaarde 2021 | |
2.1.1 | Aantal trainees | 20 | 20 | 20 | 20 | 20 |
2.1.2 | Aantal participatiebanen (in fte) | 14 | 27 | 33 | 38 | 43 |
2.1.3 | Aantal stageplaatsen | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 |
2.1.4 | Aantal werkervaringsplaatsen (voor o.a. statushouders & mbo'ers) | 12 | 25 | 32 | 42 | 50 |
2.1.5 | Aantal uitwisselingen van personeel tussen mede-overheden | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 |
Toelichting
2.1.1 Aantal trainees
De provincie is een vergrijsde organisatie en mist hierdoor de kans de vruchten te plukken van een divers personeelsbestand. Met de opgave Goed Werkgeverschap wil de provincie de negatieve trend van vergrijzing doorbreken. Traineeprogramma’s spelen hierin een cruciale rol. Met het aanbieden van traineeprogramma’s geeft de provincie ruimte aan jonge afgestudeerde professionals om zich verder te ontplooien in de provinciale organisatie. Uitgangspunt voor deze indicator is dat er conform het Hoofdlijnenakkoord 2015 – 2019 gedurende deze collegeperiode tenminste twee concernbrede WO- traineeprogramma’s worden gerealiseerd. De huidige lichting trainees is in oktober 2016 gestart en loopt derhalve door tot oktober 2018. Inmiddels is ook een nieuwe groep van 12 WO-trainees geselecteerd. Nieuw dit jaar is een pilot-project voor 8 Hbo-trainees die worden ingezet op bedrijfsvoeringstaken. Beide groepen starten op 1 september 2018. Daarnaast loopt er nog een pilot-project van technische trainees dat door Zuid-Holland is opgepakt in samenwerking met de provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland (P-4). Hiervan zijn er 2 in dienst bij de provincie-Zuid-Holland. Inmiddels is dit project positief geëvalueerd en besloten in 2019 wederom een technisch traineeprogramma op te starten.
2.1.2 Aantal participatiebanen
Op 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht geworden. Deze wet komt in plaats van de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening en een deel van de Wet werk en ondersteuning jonggehandicapten. Met de Participatiewet wil de regering ervoor zorgen dat meer mensen met een arbeidsbeperking, participanten genoemd, meedoen op de arbeidsmarkt. In tien jaar tijd moeten er 125.000 banen komen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, bij overheid en bedrijfsleven. Een fte bestaat uit 25,5 verloonde uren, ongeacht het aantal mensen dat dit werk uitvoert en de aard van de arbeidsrelatie. Mensen uit de doelgroep zijn opgenomen in het doelgroepregister van het UWV.
In IPO-verband is afgesproken dat de provincie een jaarlijks toenemend aantal mensen uit de doelgroep aan het werk heeft, zodat uiteindelijk in 2023 een totaal van 54 extra banen bezet wordt door mensen uit de doelgroep.
Voor het jaar 2018 moet de provincie 27 fte realiseren. Wij voldoen aan de banenafspraak: op dit moment, medio 2018, zijn er 28,94 fte aan participatiebanen gecreëerd. Daarnaast zijn er 2,5 fte proefplaatsingen gerealiseerd die tot plaatsing kunnen leiden.
Doordat de sector Overheid als geheel de banenafspraak in 2017 niet gehaald heeft, heeft het ministerie van SZW (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) besloten om de quotumregeling uit de Participatiewet met ingang van 2018 te activeren, maar worden er nog geen sancties aan verbonden. De provincie benut dit jaar om de sprong te maken van de eisen uit de banenafspraak naar de eisen van de quotumregeling. Daarmee staan we gesteld voor het gemiddelde percentage voor 2019. Om dit te bereiken wordt gewerkt aan een drietal projecten waarin poules van medewerkers uit de doelgroep kunnen participeren.
2.1.3 Aantal stageplaatsen
Uitgangspunt voor deze indicator is dat er conform het Hoofdlijnenakkoord 2015 – 2019 gedurende deze collegeperiode een royaal aanbod van stage- en werkervaringsplaatsen voor jongeren wordt aangeboden. Door het aanbieden van stage- en werkervaringsplaatsen aan jongeren toont de provincie haar maatschappelijke betrokkenheid én wordt tegelijkertijd een impuls gegeven aan de diversiteit van het personeelsbestand. Sinds 2015 geeft de provincie actief invulling aan haar stagebeleid. Dit resulteert jaarlijks in het aanbod van tenminste 50 stageplaatsen voor jongeren uit het MBO, HBO als WO. In 2016 is gestart met het experiment voor het aanbod van maatschappelijke snuffelstages voor klassen uit het basisonderwijs. Vanaf 2017 vinden dit soort maatschappelijke stages gemiddeld zo’n 4 keer per jaar plaats. In 2018 (t/m juli) hebben al 41 stagiaires een plek gevonden binnen de provincie. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt met 7 kandidaten om in augustus/september te starten met een stageperiode. Naar verwachting wordt het aantal van 50 ruimschoots gehaald. Nieuw dit jaar is dat er bij wijze van pilot ook ruimte wordt geboden aan leerlingen met een verstandelijke beperking. Deze zullen starten binnen de afdeling Facilitaire Zaken.
2.1.4 Aantal werkervaringsplaatsen (voor o.a. statushouders & mbo-ers)
Uitgangspunt voor deze indicator is dat er conform het Hoofdlijnenakkoord 2015 – 2019 gedurende deze collegeperiode een royaal aanbod van stage- en werkervaringsplaatsen voor jongeren wordt aangeboden. Met het innovatieve project Kickstart streeft de provincie deze collegeperiode naar een aanbod van werkervaringsplaatsen voor jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het project Kickstart is bedoeld om in de collegeperiode tenminste 32 maatschappelijke werkervaringsplaatsen voor jonge statushouders en recent afgestudeerde mbo'ers te creëren. In 2017 zijn al 28 werkervaringsplaatsen ingevuld, 12 door jonge mbo’ers en 16 door statushouders. In 2018 is vanwege het succes van Kickstart en vanuit maatschappelijke overwegingen ingestemd met het opnieuw beschikbaar stellen van 10 extra werkervaringsplaatsen voor statushouders, waarvan inmiddels 4 zijn ingevuld. Jonge statushouders ervaren helaas nog steeds afstand op de arbeidsmarkt vanwege de culturele en taal gerelateerde drempels. De arbeidsmarkt is voor jonge mbo’ers inmiddels aantrekkelijker geworden en is er vooralsnog geen financiering meer nodig voor het beschikbaar stellen van werkervaringsplaatsen.
2.1.5 Aantal uitwisselingen van personeel tussen mede-overheden
In het eerste half jaar van 2018 zijn er 39 uitwisselingen tussen mede-overheden geweest. De verwachting is dat de doelstelling gehaald wordt.
Effectenindicator 2.2 : We doen onderzoek naar en werken actief aan het werkgeversmerk 'provincie Zuid-Holland' bij werkzoekenden en personeel | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Prestatie-indicator | Nulmeting | Streefwaarde 2018 | Streefwaarde 2019 | Streefwaarde 2020 | Streefwaarde 2022 | |
2.2.1 | Rapportcijfer beste werkgever / werkplezier | 6,7 | 7,0 | - | 7,3 | - |
2.2.1 Rapportcijfer beste werkgever / werkplezier
In het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat de provincie ambieert een aantrekkelijke werkgever te zijn. De aantrekkelijkheid als werkgever kan onder andere afgeleid worden uit een werkbelevingsonderzoek. Dit onderzoek wordt bij veel Nederlandse organisaties gedaan waardoor benchmarking van de resultaten mogelijk wordt. Het onderzoek levert een score ‘beste werkgever’ op: Deze score uitgedrukt in een rapportcijfer geeft aan hoe de provincie presteert als werkgever. In deze opgave is aandacht voor verbetering van de dienstverlening van de werkgever om het werkplezier te vergroten en inspanningen worden verricht om de medewerkers zich bewust te laten zijn in hun eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van het werkplezier. Een nieuwe meting in het kader van beste werkgever staat in augustus 2018 gepland.
Daarnaast wordt er in de opgave Arbeidsmarktcommunicatie werk gemaakt van een betere profilering van de provincie Zuid-Holland als aantrekkelijk en maatschappelijk betrokken werkgever voor zowel werkzoekenden als medewerkers van de provincie. Met onder meer de ‘Stel je voor…’ –campagne en deelname aan de Nationale Carrièrebeurs, wordt de zichtbaarheid en vindbaarheid van de provincie als werkgever op de arbeidsmarkt vergroot.